Compensatie waardevermindering

Display:

op pagina 26:

Een derde categorie behoeft bijzondere aandacht omdat het dan gaat om bijzondere woningen, bijvoorbeeld omdat zij een monument of deel van een landgoed zijn, een onderdeel van een bedrijfspand of een bijzondere status hebben als molen en andere soortgelijke aparte bouwwerken. Voor al deze objecten zou het gebruik van een model een te beperkte methode kunnen zijn omdat vergelijkingen en referenties vaak niet opgaan (buiten algemene trends als de conjunctuur) en bijzondere expertise is vereist om tot een vaststelling van de waarde ervan te komen. De adviescommissie heeft geen bruikbare methode gevonden om de waardedaling van deze objecten beter vast te stellen dan met de methode die zij aanbeveelt. Onder ogen moet worden gezien of een werkwijze kan worden ontwikkeld waarbij deze methode weliswaar als basis dient voor verder maatwerk door deskundigen, waarbij bijvoorbeeld valt te denken aan het ontwikkelen van een aantal concrete doch forfaitaire aanpassingen.

op pagina 120:

Verdere verfijning naar type woning
Een mogelijke verdere verfijning kan liggen in een onderscheid naar type woning omdat er aanwijzingen zijn dat de effecten verschillen tussen vrijstaande en niet-vrijstaande, luxe en niet-luxe, grote en gemiddelde tot kleine, en oudere en meer recent gebouwde woningen (hoofdstuk 6). De vraag is daarbij wel in hoeverre deze resultaten een voldoende basis vormen voor het maken van dit onderscheid in een generieke regeling. De meest consistente resultaten voor dit onderscheid worden gevonden in de modellen die differentiëren tussen luxe en niet-luxe woningen. Het nadeel van dat onderscheid is echter dat het enigszins subjectief is (gebaseerd op de categorisering van een verkoopmakelaar) en bovenal niet op basis van registratiebestanden te bepalen is. Er zal voor dat onderscheid dus altijd een makelaar, taxateur of iemand anders nodig zijn om per individuele woning te bepalen of een woning wel of niet tot de categorie luxe woning behoort. Dat geldt niet voor bouwperiode, woonoppervlakte of type woning, die via gegevens van de Basisadministratie Gebouwen (BAG) in principe voor de hele woningvoorraad in het gebied te achterhalen zijn. Deze resultaten lijken echter wat minder robuust te zijn dan de resultaten met het onderscheid luxe- en niet-luxe (zo zijn er positieve gebiedsdummy’s gevonden zijn voor woningen gebouwd na 1990).